Kerkdienst Nederlands Gereformeerde Kerk in Steenwijk
Ds. R.C. Vervoorn
http://www.ngk.nl/steenwijk/
schilderij afkomstig van blog van Kathryn Ricotta
Preek en liturgie
ORDE VAN DIENST
Toewijding, bemoediging, groet
Samenzang: Lied 166: 1, 2 (EL)
Gebed
Samenzang kinderlied: Lied 320 (EL)
Schriftlezing: Psalm 31: 1-6
Samenzang: Psalm 32: 3,4
Schriftlezing: Psalm 143
Samenzang: Gezang 470 (LvdK)
Verkondiging
Samenzang: Lied 300
Voorbede en dankgebed
Geloofsbelijdenis, in de vorm van samenzang: Lied 274a (EL)
Samenzang: Gezang 466 (LvdK)
Zegen
Er wordt gezongen uit de Evangelische Liedbundel (EL), het Liedboek voor de Kerken (LvdK) en uit de nieuwe Psalmberijming.
Gebed
Trouwe Vader in de hemel, dank U wel dat we met elkaar verbonden mogen zijn door de band van het geloof. Waar we ook zijn, samen mogen we deze kerkdienst beleven en samen mogen we ons richten op U. In ons zingen, in onze gebeden en in ons luisteren naar Uw Woord. Wilt U Zelf deze dienst zegenen met Uw aanwezigheid in ons midden? Wij bidden U: leidt ons door Uw Heilige Geest. Geef dat Uw Woord en Uw Geest ons dicht bij U brengen. U bent het waard dat wij Uw Naam in ons leven lof en eer toe brengen. Maar ook met alles wat ons in ons leven overkomt, kunnen wij bij U terecht. U bent onze toevlucht. Geef dat deze dienst ons vernieuwde moed geeft en vrijmoedigheid om onze hand in Uw Vaderhand te leggen. Wil naar ons horen, in de vergeving van onze zonde, door het werk van Uw Zoon, Jezus Christus. Zijn Naam zij geloofd tot in eeuwigheid. Amen.
Schriftlezing: Psalm 31:1-6
Voor de koorleider. Een psalm van David. Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijd mij en doe mij recht, hoor mij, haast u mij te helpen, wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt. U bent mijn rots, mijn vesting, u zult mijn gids zijn, mij leiden, tot eer van uw naam, mij losmaken uit het net dat voor mij is gespannen, u bent mijn toevlucht. In uw hand leg ik mijn leven, HEER, trouwe God, u verlost mij.
Schriftlezing: Psalm 143
Een psalm van David. HEER, hoor mijn gebed, luister naar mijn smeken, antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig. Daag uw dienaar niet voor het gerecht, voor u is geen sterveling onschuldig. De vijand heeft mij vervolgd, mijn leven vertrapt in het stof, ik moet wonen in duisternis als de doden van eeuwen her, ik ben ten einde raad, geschokt tot diep in mijn hart. Ik denk terug aan vroeger dagen, mijmer over uw daden en beschouw het werk van uw handen, ik strek mijn handen naar u uit, dorstig als droge aarde. Sela. HEER, geef mij antwoord, haast u, mijn kracht is uitgeput. Houd u niet voor mij verborgen, ik word als wie afgedaald is in het graf. Laat mij in de morgen uw liefde horen, in u stel ik mijn vertrouwen, wijs mij de weg die ik gaan moet, mijn ziel verlangt naar u. Verlos mij van mijn vijanden, HEER, bij u zoek ik bescherming. Leer mij uw wil te volbrengen, u bent mijn God, laat uw goede geest mij leiden over geëffende grond. Houd mij in leven, HEER, tot eer van uw naam, leid mij uit de verdrukking, door uw gerechtigheid, toon uw trouw, versla mijn vijanden, vernietig al mijn belagers – ik ben uw dienaar..
Getuigenis Gerben van Dijk
Het was begin vorig jaar dat Hilde, mijn vrouw, plotseling heel ernstig ziek werd. Ze werd zo ziek, dat ze met de ambulance naar het ziekenhuis in Meppel is gereden en daar al heel snel op de Intensive Care terechtkwam. Er was een bacterie in een bloedbaan terechtgekomen dat van alles in haar lichaam ging aantasten en kapotmaken. Haar longen werkten niet goed meer en ze kwam aan de beademing te liggen. Ook haar nieren werkten niet meer en de spieren werden aangetast. De eerste twee weken was ze niet bij kennis. Deze plotselinge verandering zette ons gezinsleven op z’n kop.
Tijdens die eerste twee weken hebben we meerdere momenten meegemaakt dat ze het menselijkerwijs niet zou halen. Op een gegeven moment kreeg ze erg hoge koorts en de sfeer op de Intensive Care werd wat paniekerig. De koorts liep op tot 43 graden; dat is toch wel onwaarschijnlijk hoog. Er werden doeken gehaald en daar werd alcohol overheen gegooid. Ze kreeg Prednison en ze was dus niet bij kennis. Op dat moment leek het of ze zou overlijden; dat was de verwachting. De familie is erbij gehaald, maar die nacht ging het toch goed. Rond die tijd kwam onze dominee met de vraag: hebben jullie wel eens nagedacht over ziekenzalving? Zou je dat willen? Het is een bijbels principe. Ik heb niet lang getwijfeld en heb gezegd: Dat wil ik heel graag. Het is toen ook vrij gauw gebeurd; Hilde heeft ziekenzalving gekregen. Dit is een bijbels principe volgens Jakobus 5. Het betekent eigenlijk dat je de oudsten roept als er iemand ziek is in de gemeente. In dit geval was het dan de dominee die de zieke zalft met olie. Soms is dit olijfolie. Wat je eigenlijk doet is de zieke bij de Here brengen; dit is niet iets magisch. Het is niet dat door een magisch ritueel mensen genezen worden maar het is een teken van afhankelijkheid. Het was een heel bijzonder, emotioneel moment voor ons allemaal. Je gaat schuilen en zoekt het bij de Here.
Dit werd ook gedragen door heel veel gebed van de gemeente. We wisten dat er heel veel mensen waren die voor haar baden. Er waren ook speciale gebedsbijeenkomsten voor Hilde. We hebben persoonlijk ook heel veel troost gehad van bemoedigende mailtjes en brieven, tot maaltijden die gebracht werden. Ik heb het ook bij mensen gezocht o.a. bij de medici en verpleegkundigen. Ik vroeg: wat denkt u ervan, hoe liggen de kansen? Wat kunt u doen? Dan kunnen ze heel veel, maar tegelijkertijd zijn ze ook weer zo beperkt. Het leek niet goed af te lopen. De artsen hebben eraan mogen bijdragen dat Hilde uiteindelijk genezen is, , maar het is toch vooral een wonder van boven! Daar zijn we nog steeds heel dankbaar voor. We vinden het heel bijzonder!
Preek
Vluchten! Ren voor je leven! Opgejaagd door meedogenloos geweld zijn miljoenen mensen in deze wereld op de vlucht. Voor raketaanvallen, zoals in Haifa en Libanon. Voor guerilla’s of rebellen met hakmessen of vuurwapens. We kunnen ons er iets bij voorstellen, ook al zullen velen van ons het niet zelf meemaken en doet het een enkeling denken aan gebeurtenissen in het verleden. En je leeft met de mensen mee en je ziet de opluchting als ze een veilige schuilplaats vinden.
In de meeste gevallen is het ergste waar wij voor moeten schuilen hevig noodweer. Ik herinner me nog hoe ik als jongetje op de lagere school op een mooie dag buiten speelde na schooltijd. En al spelend was ik een eind van huis geraakt. Ik woonde in Amsterdam. Plotseling werd het donker en het begon hevig te regenen en te weerlichten. Ik schuilde in een portiek in de hoop dat het onweer over zou trekken. Maar dat gebeurde niet en ik moest toch naar huis. Mijn moeder wist niet waar ik bleef en ze maakte zich vast ongerust. Ik rende van portiek tot portiek. Maar dat hielp natuurlijk niet veel. Kletsnat en veel te laat kwam ik thuis.
Nu is een flinke plensbui nog niet het ergste noodweer dat je kan treffen. Heel andere stormen kunnen woeden in je leven. Veel schokkender is het als de arts je vertelt: “ We kunnen niets meer voor u doen.” Of als je beste vriendin overlijdt of het gaat totaal mis in het leven van je kind. Of je huis- of klasgenoten maken je het leven zuur. Het bedrijf waar je in dienst bent, kan failliet gaan en je komt op straat te staan. Waar moet je dan heen met je verdriet? Waar moet je heen met je vragen? In welke schuilplaats ben je veilig als het werkelijk gaat stormen in je leven? Wij hebben gezongen, wat David in Psalm 32 zegt: “Gij zijt, o Heer, mijn schuilplaats en mijn haven”. Fantastisch, als je zo van God kan spreken. Als je met al je nood terecht kunt bij de levende God. Als je je bij Hem veilig weet.
Maar dat is David! En u, en ik? Kunnen wij ook zomaar bij God schuilen? Nu verwacht u natuurlijk dat ik zeg: ‘ja natuurlijk, dat zegt de bijbel toch: wend je met al je nood tot de Heer.’ Maar ik zeg: Nee, dat kan niet zomaar. Dat laten de Psalmen 31 en 143 ons ook zien. Er is namelijk een grote kloof tussen God en ons. Je zou kunnen zeggen dat je in de storm loopt en je ziet de schuilplaats, maar er is een groot ravijn tussen. Tussen God en ons ligt de kloof van de zonde, van de zondeval. Je kan doen alsof dat er niet is en bij God aankloppen: “Here redt mij!” “Here God, hier ben ik met al mijn zorgen en mijn verdriet, met al mijn bittere ervaringen. Wilt U mij helpen?”
Maar als er dan niets aan die kloof gedaan is, dan val je misschien in dat ravijn, in plaats van dat het je dichter bij God brengt. En dan word je misschien wel boos op God. Waar bent U nu? Ziet U mijn nood niet? Waarom doet U er niets aan? Mijn leven wordt bedreigd! Ik heb U nu nodig! Waarom houdt U zich doof? Waarom bent U zover van mij? Ik denk wel eens dat wij zo bij God schuilen, zoals ik vroeger van portiek naar portiek rende. En dan uiteindelijk toch kleddernat worden. Als we voor ons gevoel niet verder kunnen, vluchten we naar God. En als we zelf weer denken verder te kunnen, rennen we weer verder, ook al worden we dan weer nat of koud. Die kloof van de zonde maakt dat we voortdurend het gevaar lopen in de storm te lopen. En dan bedoel ik niet de storm van gebeurtenissen die ons overkomen, maar daar is ook de storm van Gods toorn over de zonde.
Dat zie je pas als je je daar bewust van wordt. God is daar vertoornd over, terecht vertoornd. Zoals David dat in vers 2 van psalm 143 zegt: Daag uw dienaar niet voor het gerecht; voor U is geen sterveling onschuldig. Ja, maar maakt dat het dan niet onmogelijk om te schuilen bij God? Waar moet je het dan zoeken, waar kun je dan terecht? Er is Iemand, Die pal tussen ons en de storm van Gods toorn over onze zonde in is komen te staan, misschien kan ik beter zeggen: is gaan hangen! God Zelf heeft ervoor gezorgd, dat wij uit de wind komen te staan. Jezus Christus kreeg de volle laag van de stormachtige woede van God over de zonde over ons heen. Hij kon bij niemand schuilen, maar zo heeft Hij, God Zelf, de storm gestild.
Je moet niet wachten op storm, of wachten op ziekte, niet wachten op de erge dingen die de gebrokenheid van dit bestaan met zich meebrengen, voordat we schuilen bij Hem. Hij wacht al op ons. Hij heeft immers Zelf de weg al vrijgemaakt, met het offer van Zijn Zoon aan het kruis. Schuilen bij God, doe je in eerste instantie bij het kruis. Geloof in de Zoon als jouw Verlosser van zonde en schuld. Dat maakt de weg vrij naar God. Het kruis is als een brug over het ravijn van de zonde. Het brengt ons over de kloof heen. God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon niet heeft, heeft het leven niet.
Het eeuwig leven is het leven samen met God. Dat bereik je pas als je gebruik maakt van de brug over de kloof, de brug over de zonde heen. Maar zelfs als je de brug gevonden hebt in je leven, dan nog ervaar je die kloof voortdurend. We leven nog steeds in een wereld, waarin zoveel gebeurt. Je kunt zien dat deze wereld gevallen is in zonde. Denk aan ziekte, denk aan eenzaamheid, denk aan milieuvervuiling, oorlog, faalangst, de duivel, de dood, depressiviteit. Er is nog zoveel wat een mens kan bedreigen. Die bedreiging komt ook van kanten, waarvan we het niet hadden verwacht. Misschien van dingen die we niet eens hadden kunnen bedenken en meestal op momenten dat je het niet verwacht. Dat hebben we ook kunnen horen in wat Gerben van Dijke vertelde. Van de één op de andere dag kan je leven totaal omver worden gegooid. Moet je daarop wachten om te schuilen bij God? En Hilde was zich niet eens meer bewust van de storm die over haar heen ging. Nee, je kunt er niet op wachten. Dan kan het ook te laat zijn. Het is belangrijk dat de schuld, die scheiding heeft gemaakt tussen God en jou, is verzoend.
David wist van verzoening, maar hij wist ook dat er steeds weer noodweer kan zijn in je leven. Zo gaat hij naar God en hij bidt: Heer, hoor mijn gebed; luister naar mijn smeken. Antwoordt mij, U bent trouw en rechtvaardig. De vijand heeft mij vervolgd… En U? U hebt geen vijand en we leven niet in oorlog, maar het is maar net wat je je voorstelt bij ‘vijand’. Misschien zit de vijand wel in ons hart. Daar probeert hij dingen af te breken: je gevoel van eigenwaarde, je twijfel aan God en aan jezelf, de boosheid die in je hart kan zijn. Maar ook anderen kunnen zich vijandig tegen je gedragen, denk aan je klasgenoten, huisgenoten, je familie, zelfs je broeders en zusters in het geloof. Soms kunnen ze je het gevoel geven dat je er niet toe doet. Ze kunnen je zomaar aan de kant zetten. David zegt: De vijand heeft mij vervolgd, mijn leven vertrapt in het stof. Ik moet wonen in duisternis als de doden van eeuwen her. Ik ben ten einde raad, geschokt tot diep in mijn hart.
Vijandigheid kan soms ook gehuld zijn in een angstig stilzwijgen. Je wordt genegeerd. Jij hoort er niet meer bij. Je had wel dood kunnen zijn… Maar het kan ook anders. Soms zijn het woorden die je vlijmscherp kunnen treffen als messteken en je ziel verwonden. Wat kan de vijand verschillende vormen aannemen: verslaving, het gevoel van tekort schieten, je lichamelijke gebreken, het gevoel in je hart dat je telkens zegt: maar jij hoeft niet te rekenen op God. Jij bent veel te slecht. Denk je dat jij het waard bent? God kijkt toch niet naar jou om. In het laatste geval wordt het wel heel moeilijk om je handen naar God uit te strekken. Dan is de vijand je bijna te sterk. Maar laat me jou zeggen: Voor God zijn we nooit te min. Voor Hem heeft ieder mens waarde. Voor Hem is geen mens te slecht, te dom of te lelijk of wat voor dingen we maar kunnen bedenken om ons zelf of anderen onderuit te halen om te schuilen bij het kruis van Golgotha. Als Jezus Zijn leven voor ons over had, zal het Hem dan koud laten wat wij ondergaan, aan verdriet, aan zorg, aan pijn, aan eenzaamheid? Zeker niet. Als wij pijn hebben, doet Hem dat ook pijn. Kom maar, schuil maar bij Mij, zegt Hij dan. Weet u wat God veel meer pijn doet? Als je weet dat je bij God kunt schuilen en je doet het niet… Dat je niet bij Hem wilt schuilen, vindt Hij om te huilen. Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd. Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar julllie hebben het niet gewild. Jezus heeft er letterlijk om gejankt.
Misschien staat er heel veel in de weg: onze trots en onze eigenwijsheid. Misschien voeden we de branieschopper in ons wel veel teveel en smacht dat kleine mensje in ons. We zijn kwetsbaar. Maar God kwetst dat kleine mensje niet. Bij Hem ben je veilig. Verschuil je dan ook niet in een pantser en ga al helemaal niet uit gekwetstheid om je heen slaan. Schuil bij God! Als je zwak bent, ben je juist sterk in Zijn kracht. Laat het slaan maar aan God over.
David gaat in deze psalm zijn vijanden niet te lijf. Toon Uw trouw en versla mijn vijanden, bidt hij. Ik weet niet wat u zich daarbij voorstelt, maar zeker als de vijand in je eigen hart zit, is het fijn als die vijand verslagen en verdelgd wordt. Leg het maar net als David in Gods hand. Dat geeft rust en bevrijdt van angst, maar denk niet dat jou dan niets meer kan treffen. Dan had David ook niet meer hoeven vluchten voor Saul. Hoeveel mensen zochten geen schuilplaats voor de dictatuur van Saul in de spelonk van Adullam. Belangrijk was dat David in zijn zorgen en angsten op God vertrouwde. Ik zal mij verblijden, juichen over Uw trouw, zingt hij in psalm 31. En in psalm 143: Laat mij in de morgen Uw liefde horen, ik stel mijn vertrouwen in U.
Als je op God steunt en op Hem vertrouwt, dan zal dat niet beschaamd worden. Fijn, als we daarvan kunnen getuigen, zoals Gerben. Ook dan gaat het niet altijd zoals we verwachten. Maar als je bij God bescherming zoekt, zul je ervaren dat Hij met kracht aanwezig is in ons leven. Waar wachten we nog op? Toch niet dat het echt tekeer gaat in ons leven? Zorg dat voor de storm losbreekt en jou overvalt, je een veilige schuilplaats hebt. Schuil bij het kruis en zeg het David maar na: In Uw hand leg ik mijn leven. Heer, trouwe God, U verlost mij. Ja, U bent mijn toevlucht, Heer. Amen.
Gebed
Dank U wel, trouwe God en Vader, dat het bij U goed toeven is. Een leven met U is een veilig leven. We kunnen bij U schuilen voor de stormen in ons leven. We kunnen ook vluchten naar U over de toorn van de zonde. Dank U, dat U niemand afwijst die naar U vlucht. U staat ons met wijdgeopende handen op te wachten, zoals de vader met de verloren zoon. Dank U, dat U ons bemoedigt door ons te laten zien, wat U doet in levens van mensen die hun vertrouwen op U stellen. We zien dat in de Bijbel, zoals in het leven van David, maar ook in de levens van mensen om ons heen. Dank U wel, dat we bij U nooit beschaamd uitkomen. U kwetst ons niet. Wilt U ons helpen Uw trouw, Uw goedheid en Uw liefde groter te achten dan de ergste stormen die over ons leven kunnen woeden. Zo vragen we om Uw zegen over ons leven. Wees met ons ook in de nieuwe week, die we begonnen zijn met elkaar en met U. Leid ons door Uw heilige Geest en leer ons zo Uw wil te volbrengen. U bent onze God, bescherm ons in het leven. Geef dat ons leven mag zijn tot eer van Uw Naam. Doe ons Uw trouw ervaren. Geef dat we toegerust mogen zijn voor alle taken die op ons wachten. Geef dat we goed omgaan met wat U ons hebt toevertrouwd met gaven die U ons geeft. Zegen ons en maak ons zo tot zegen. Heer, onze God, dat bidden wij U. We pleiten op het verzoenend werk van Uw Zoon, Jezus Christus, onze Verlosser. Zijn Naam zij geloofd tot in eeuwigheid. Amen