Luister naar de wind

Auteur: Richard C. Vervoorn

Om gemeenten en predikanten hun weg te laten vinden in het nieuwe Liedboek dat eerder dit jaar gepresenteerd werd, belicht Opbouw, opinieblad van de Nederlands Gereformeerde Kerken iedere maand een lied. In deze eerste editie lied 936: ‘Luister naar de wind’.

LB 936

1 Luister naar de wind, die een lied van liefde zingt:
‘kom zoals je bent, met je treurend hart,
mijn kind, en ik zal jou verlossen, dat je vrede vindt.

2 Houd je vast aan mij, als je eenzaam bent en klein
en wees niet bezorgd, ik zal altijd bij je zijn.
Ik geef je overwinning over dood en pijn’.

3 Jezus, U bent Heer, en ik ben uw zwakke kind.
Maar U geeft mij kracht als de vijand mij weer vindt.
O bron van eeuwig leven, U die mij bemint.

‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.’

Het gebeurt maar zelden dat Jezus in een lied aan het woord is. In dit lied spreekt Jezus vanaf regel 2 van couplet 1 tot en met de laatste regel van couplet 2 woorden tot een mensenkind die dezelfde strekking hebben als de tekst uit Matteüs 11,28, maar dan intiemer. Niet ‘allen’ of ‘jullie’, maar ‘jou’!

 

Opgetild

Het originele lied is het Indonesische ‘Lirih terdengar lagu kasih’ van Rudolf Pantou. Elly Zuiderveld-Nieman kreeg de opdracht het lied voor het Liedboek te vertalen. ‘Ik kreeg er zelfs een oude opname van, begeleid door een gitaar, al wordt het oorspronkelijk gespeeld met een gamelan’, vertelt ze. ‘Ook ontving ik een vrije Nederlandse vertaling. Het eerste couplet luidt daarin zo: “Zacht is te horen een welluidend lied van liefde: kom, al wie besmeurd zijn, wanneer je hart rouwt; Ik geef verlossing. Kom naar Mij!”’ ‘De uitdaging was om goed te luisteren naar wat het lied zeggen wil en dat in dezelfde cadans te vertalen, zodat degene die het hoort of meezingt wordt opgetild en meegenomen’, zegt Elly.

Daar is ze goed in geslaagd. Heel mooi hoe ze de in het Indonesisch vage eerste zin concreet maakt. Het deed mij denken aan Genesis 3,8a, en nog meer aan 1 Koningen 19,12 en verder.

Elly: ‘Jezus is hier inderdaad aan het woord door zijn Geest, de “wind die een lied van liefde zingt”, de Trooster voor de treurenden.’

 

Hongerend

Het is een pastoraal lied. Jezus is de Goede Herder, de ‘bone pastor’. Het lied doet ons het moeder/vaderhart van God voelen. Elly: ‘Ik zie God graag als een moeder, de ‘El- Shaddai’ (moederborst) om bij te schuilen.’ Elly is moeder voor veel mensen en kinderen en dat proef je in de her- dichting.

In de eredienst past het lied goed in de buurt van de voorbeden. Je mag bij het zingen aan jezelf denken. Laat de predikant of koorleider het inleiden door in te spelen op de nood van onze hongerende harten. En laat het stil worden voordat het gezongen wordt.

Je kunt het ook voor een ander zingen, iemand die het moeilijk heeft. Die kun je concreet in gedachten nemen. Mensen voelen het als er voor hen gebeden wordt; hoeveel te meer als er intens voor hen gezongen wordt. Om hen heen – want zelfs in de gemeente kan je je eenzaam voelen – of in het ziekenhuis, of thuis…

Dit lied past ook goed in het (onderling) pastoraat of in de kleine kring – wat duidelijk maakt dat het Liedboek niet alleen is bedoeld voor de kerk, maar ook voor thuis, in zijn vele gedaanten.

 

Uitvoering

Je zingt dit lied niet uit volle borst. In de uitvoering moet de intimiteit van het lied niet beschadigd worden. Zacht van volume, intens in uitdrukkingskracht. Ook de bege- leiding op gitaar of piano moet sober zijn. De toonsoort hoort niet bij onze majeurs of mineurs en al te veel omspeling maakt dat stuk. Dat geldt ook voor het orgel: houd het ‘klein’. In Indonesië heet dat ‘tempo doeloe’.

 

Speciaal voor Opbouw online heeft Elise Mannah ‘Luister naar de wind’ ingezongen. Uiteindelijk resultaat, de CD Luisterliedboek