Septuagint en Evangelie wodt in het laatste deel Apocalyps en Evangelie. Over de johanneïsche geschriften, afgesloten met een hoofdstuk over ‘Het Evangelie van de Goede Herder’ en een Epiloog. Het boek sluit zo met drie gedeelte uit de Schriften, nameijk Johannes 10:11-16, waarin de stem van Christus opgetekend door de apostel Johannes tot ons klinkt: “IK BEN de goede herder’, de zegengroet van de presbyter in Hebreeën 13,20-22, die eindigt met de lofzegging aan de grote herder, Jezus Christus, ‘Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen’ en vervolgens Psalm 23.
Dr. Aalders zegt daarover: ‘Als afsluiting van deze trilogie voeg ik Psalm 23 toe, uit de Septuagint. Ik had dat graag gedaan in een Nederlandse vertaling, maar aangezien die niet bestaat, benut ik die van Sir Lancelot Brenton <noot 1>
Op z’n minst twee vertalingen van de Psalmen uit de Septuagint in het Nederlands zijn voorhanden, maar ik kan mij voorstellen dat de verspreiding van deze twee uitgaven zodanig is, dat ze niet direct opgevallen zijn. Graag deel ik met de lezers van “Ecclesia” het gedeelte uit mijn doctoraalscriptie <noot 2> over de Psalmen in deSeptuagint en dan toch de door Dr. Aalders gewenste Nederlandse vertaling van Psalm 23(22) vanuit de Septuagint.
Grondtekst van een onverdeeld Christendom
Wat voor de exegese en hermeneuse van Psalm 19 in de vroege geschiedenis van het Christendom van belang is, is de Griekse vertaling van het Psalter en de daarvan afgeleide vertalingen, zoals de oudere Latijnse vertalingen onder de verzamelnaam Vetus Latina en de vertaling van Hieronymus, de Vulgata. De Griekse vertaling, de Septuagint, met haar derivaten, is in eerste instantie belangrijk omdat dat de vormis waarin – in de meeste gevallen – in het Nieuwe Testament het Oude wordt geciteerd. Als belangrijkste bron van het Oude Testament blijft deSeptuagint de grondtekst voor het ongedeelde Christendom, tot de Latijnse Kerk gedeeltelijk overgaat op de Vulgata, die voorzover het oudtestamentische canonieke boeken betreft, gebaseerd is op Hebreeuwse teksten.
Uitzonderlijk Psalter
Het Psalter vormt echter een uitzondering. De vertalting van Hieronymus van de Psalmen uit het Hebreeuws (Psalterium iuxta Hebræos) heeft nooit zijn vertalingen van de Psalmen uit het Grieks (Psalterium iuxta Græcos) verdrongen, ook al was Hieronymus zich wel degelijk bewust van de afwijkingen van de LXX <noot 3>, zoals eveneens blijkt uit zijn brief aan Sunnia en Fretala <noot 4>
Gehechtheid in de liturgie
Dat het Psalterium iuxta Græcos nooit is vervangen heeft te maken met de functie van Psalmen in de liturgie. Mensen raken vertrouwd met en gehecht aan liturgische teksten en het invoeren van nieuwe editities sluit in alle tijden op weerstand. Nu in de nieuwe Vulgata ook de Psalmen gebaseerd zijn op het Hebreeuws, zien we dat dat vervreemdend werkt, vooral voor hen, voor wie het psalmengebed een belangrijke plaats in hun leven inneemt, in het monastieke leven, met name in het getijdengebed. Nu ook in de kloosters meer en meer de getijdengebeden in de landstaal worden gepraktiseerd, kwam er sterk de behoefte aan vertalingen van de Psalmen, die hen met de traditie verbond. De kloosterlinge van de gemeenschap uit Monteveglio, Luciana Mortari, doet dat in de titel van haar Italiaanse vertaling van de Psalmen uit de Septuagint duidelijk uitkomen: Il Saterio della Tradizione <noot 5> In het Nederlandse taalgebied zien we een analoge ontwikkeling in de publicaties van de Abdij Betlehem te Bonheiden met de vertaling van Christofoor Wagenaar <noot 6> Eerder al, in 1967, is er een Nederlandse vertaling van de Psalmen vanuit de Septuaginta verschenen, in een uitgave van de Nederlandse Orthodoxe Kerken, in Psalterion. Psalmen en Cantieken.
Deze uitgaven mogen het belang van de psalmen in de Septuaginta wat betreft de liturgische traditie en het verdiepen in de patristische exegese onderstrepen. Ten overvloede zij nog vermeld dat de Septuaginta niet een vertaling is van de ons thans bekende Hebreeuwse tekst. Die is immers een weerslag van veel latere, met name door Masoreten doorgevoerde tekstnormalisaties, die haar stabilisatie zeker niet voor het midden van de tweede eeuw na Christus heeft bereikt en waarvan de handschriften niet ouder zijn dan de tiende eeuw. <noot 7> Verschillen tussen de Masoretische Tekst en de Septuaginta berusten niet alleen op vertaalfouten, in veel gevallen biedt de Septuaginta een oorspronkelijker en betere lezing. <noot 8> Na een periode van verwaarlozing zien we nu duidelijk een terechte herwaardering van de Septuaginta. Als resultaat zien we dat moderne vertalingen steeds vaker de Septuaginta kritisch betrekken in hun tekst. <noot 9>
Psalm 22
De Goede Herder
1. De Heer weidt mij,
en niets zal mij ontbreken.
2. Op een plaas met groen,
daar sloeg Hij voor mij een tent op,
bij een verkwikkend water voedde Hij mij.
3. Hij herstelt mijn ziel,
geleidde mij over paden van rechtvaardigheid
omwille van zijn Naam.
4. Zelfs al ga ik midden door de schaduw van de dood:
vrezen zal ik geen kwaad,
want Gij zijt met mij,
uw staf en uw stok, ja, die troostten mij.
5. Gij maakte voor mij een tafel klaar
onder de ogen van mijn kwellers.
Gij zalfde mijn hoofd met olie,
en uw beker maakte me dronken,
als bevatte hij de beste wijn.
6. En uw genade zal mij op de voet volgen,
alle dagen van mijn leven.
En in mijn verblijf zal zijn in het huis van de Heer,
tot in lengte van dagen.
Noten
Noot 1: W. Aalders, Apocalyps en Evangelie. Over de johanneïsche geschriften,Heerenveen 2003, 99.
Noot 2: R.C. Vervoorn, Clavis David. Wirkungsgeschichte van Psalm 19 in Theologie cq. Liturgie, Doctoraalscriptie Faculteit der Godgeleerdheid, Vrije Universiteit Amsterdam 1998
Noot 3: Dat blijkt ook uit Hieronymus, Commentarioli in Psalmos (ed. G. Morin), CCSL 72 (1959). Naar de analyse van H.B. Swete, ‘St. Jerome on the Psalms‘ in The Expositor, 5th Series, Vol.1 (1895), 424-434, was Hieronymus zich hier al van bewust voor de publicatie van de Psalterium gallicanum (388), naar de geschatte datering van de Commentarioli in 387/8. Over het algemeen hanteert Hieronymus in de Commentarioli de Psalterium romanum en geeft hij in zijn aantekeningen afwijkingen van deSeptuaginta van de Hebreeuwse tekst.
Noot 4: Zie A. Allgeier, Die Psalmen der Vulgata. Ihre Eigenart, sprachliche Grundlage und geschichtliche Stellung, Paderborn 1940.
Noot 5: L. Mortari, Il Salterio della Tradizione. Versione del Saterio greco dei LXX, Torino 1983.
Noot 6: C. Wagenaar, Het Boek der Psalmen naar de Septuagint. Uit het Grieks vertaald en ingeleid en van aantekeningen voorzien, Bonheiden 1988 (Schrift en Liturgie 12).
Noot 7: Zie bijv. W.L. Holladay, The Psalms through Three Thousand Years. Prayerbook of a Cloud of Witnesses, Mineapolis 1996, 84.
Noot 8: Voor de tekstkritische waarde van de Septuaginta zie: E. Tov,Textual Criticism of the Hebrew Bible, Minneapolis enz. 1992, 11.142 en T. Muraoka, Hebrew/Aramaic index to the Septuagint. Keyed to the Hatch-Redpath Concordance, Grand Rapids etc. 1998, 7e druk.
Noot 9: W.L. Holladay, a.w., 85. Ook uit de verantwoording van de Geheel herziene uitgave 1995 van de WBV is op te maken dat de vertaling naast de BHS op de LXX (zie p.15 van genoemde uitgave) berust. Ten tijde van mijn scriptie was de Nieuwe Bijbelvertaling nog niet beschikbaar, maar ook daarin zien we in veel noten aangegeven: “Septuaginta” of “Volgens sommige oude vertalingen”.
Ecclesia 96 (2005) 20, 153-154