Auteur: Arie-Jan Mulder
In de berm van een stil bosweggetje stond ik even rustig een foto te maken. Naast mij hoorde ik iets ritselen tussen de dode bladeren. Ik reageerde niet meteen, want meestal is dat gewoon een merel. Die scharrelen graag luidruchtig door het dode blad. Maar het klonk nu toch iets anders dan anders, dus ik keek naast me op de grond. Daar zag ik vlak naast mijn voeten zomaar een marter! Hij was blijkbaar volkomen op zijn gemak en had mij niet in de gaten. Hij stak zijn snuit onder wat bladeren, deed een stapje naar links en een paar stappen naar rechts, en kroop onder een liggende boomstam door. Daarna stak hij een open plek over zodat ik zijn prachtige donkerbruine vacht in het zonlicht kon bewonderen, en toen verdween hij in dicht struikgewas een paar meter verderop. Wat een bijzondere ontmoeting!
Grote dingen, kleine vragen
Kort daarna sprak ik een lieve medegelovige. Zij heeft een ernstige ziekte, en zal daar binnen afzienbare tijd aan overlijden. Ik vind dat een verschrikkelijke gedachte, maar zij zelf gaat daar heel nuchter en wijs mee om. Er zijn ook andere moeilijke dingen in haar leven, of eigenlijk in de levens van haar geliefden. En haar grote zorg is hoeveel zij nog kan bijdragen aan de oplossing van hun problemen. Daardoor kwamen we te spreken over gebed. Dingen zijn soms zo erg en zo groot, en we bidden er voor, maar dan is het echt niet altijd de volgende dag helemaal opgelost. Ik vertelde haar hoe ik heb geleerd om dan juist ook voor ‘kleine dingen’ te bidden: ‘Heer, geef ons gelegenheid voor een gesprek…’, ‘Heer geef duidelijkheid over wat nu het beste is om te doen … ’, en natuurlijk: ‘ … geef me de juiste woorden’. Vooral dat laatste is voor mij bijna een doorlopend gebed in lastige situaties.
En het valt me op dat zulke concrete gebeden voor ‘kleine dingen’ opmerkelijk vaak verhoord worden. Zo’n stap-voor-stap benadering is bijna letterlijk een vorm van wandelen met God: niet jezelf laten neerdrukken door het grote geheel, maar hulp vragen bij iedere concrete stap. Volgens mij is dat ook waar de psalmist het over heeft als hij Gods woord ‘een lamp voor mijn voet’ noemt. Dat gaat over licht bij iedere stap die je wilt nemen, en niet over een zoeklicht dat kilometers voor je uit schijnt.
Een marter naast mijn voet
Toen de marter weer in het bos was verdwenen, bleef ik nog even staan nadenken. Hoe kwam het eigenlijk dat ik die marter opmerkte? Als zo’n dier een mens ziet, verdwijnt hij meteen uit zicht. Waardoor was dat nu niet gebeurd? Ten eerste let ik in de natuur altijd heel goed op mijn omgeving. Daardoor hoorde ik in dit geval iets naast mij bewegen. En vervolgens was ik attent genoeg om te merken dat er iets bijzonders was, omdat ik bleef ‘doorluisteren’.. En tenslotte reageerde ik op het zien van de marter door zelf even stil te blijven staan, zodat hij gewoon zijn gang bleef gaan.
Een lamp voor mijn voet
Als ik daar nu over nadenk, dan valt me op dat mijn gedrag in de natuur erg lijkt op mijn gedrag bij het bidden. Als ik bid, let ik ook voortdurend op wat er in mijn gebed gebeurt: krijg ik een bepaalde gedachte? ‘hoor’ ik iets bijzonders? En als mijn aandacht zo op iets gericht wordt, dan ‘blijf ik zelf even stilstaan’ en bid verder met die gedachte. Want dat is dan blijkbaar het concrete gebed waar God op dat moment iets mee wil.
Als ik het zo beschouw, ben ik nog steeds zwaar onder de indruk van die prachtige marter naast mijn voeten, maar dan vind ik Gods gedachten als een lichtje voor mijn voeten toch nog veel spannender.