Een frisse wind. Dat zou het thema worden van de derde advent. Dit n.a.v. van het lied “Een stem breekt uit in de woestijn” van Sytze de Vries. Het bijbehorende gedeelte uit Jesaja is hoofdstuk 35. Daar gaat het inderdaad over de woestijn. ‘De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen. De woestijn tooit zich met de luister van de Libanon’. De luister van de Libanon, dat zijn de grote naaldbomen, waar natuurlijk die frisse wind laat die bomen ruisen van plezier. Maar ik werd ziek en de preek ging niet door. Droge keel, hoest, hoofdpijn, koorts: woestijn!
Woestijn, die komt ons ook tegemoet vanuit de krant. Europa is in crisis. “Geld zij met ons.” lijkt de nieuwe zegenbede waarmee het NRC kopte: ‘De samenleving is bevangen door een blind geloof in de economie. Tijd voor een beeldenstorm.’
Tijd voor een frisse wind, zou ik zeggen. Midden in de krant stond het ‘Onze Vader”: ‘Onze Vader Die op de Beurzen zijt, Uw Aandeelhouder worde geheiligd, Uw welvaart kome; Uw koers? geschiede, gelijk in in de Index op als op de aarde…’ `Het geloof in de economie heeft religieuze proporties aangenomen en als het niet goed gaat met ons geld, moet alles daar aan opgeofferd worden. Dat zien we in het beleid van dit kabinet. Niet geen bloeiende woestijn, de natuur is vogelvrij. Geen cultuur als het zichzelf niet verdient en niets oplevert. Woestijn! Geen aangepast onderwijs zeggen de politici van “doe eens normaal man”, al die etiketten, als ADHD, Asperger, PPD NOS zijn onzin waar we geen geld voor over hebben. Woestijn! De tijd van de sterke schouders dragen de zwaarste lasten is over. Het is ieder voor zich. Sommigen denken dat het nog te redden is met een sterker Europa. Populisten zien alleen het Europese gevaar dat ons geld zou kosten. Maar hoe dan ook het draait om geld, om de economie en de rest is bijzaak.
Het is makkelijk met de vinger te wijzen, naar de banken, naar de aandeelhouders, naar de politici, maar was het niet zo dat de woestijn in ons eigen hart zit. Is het niet onze eigen hebzucht en angst dat deze crisis heeft veroorzaakt. “Je kunt niet God dienen én de Mammon,” zegt Jezus. Misschien is de crisis in ons eigen hart wel groter dan de crisis in de economie. Zijn wij ook niet vaak meer bezig met onze economie, ons zwoegen voor ons brood, of met ons kapitaal en offeren wij daar ook niet vaak de sociale omgang met elkaar aan op? Of de dienst aan God in al zijn facetten?
In ons hart begint de crisis en ik denk dat het daar moet eindigen. Tijd voor een frisse wind. Ja, die wind komt niet voor in Jesaja 35. Daar lijkt alles zich spontaan te voltrekken, zonder dat er gesproken wordt wie er voor zorgt dat het weer gaat bloeien, de woestijn opfrist. Moet je zelf een weg banen, pad effenen, een uitweg, een exodus? Het hoofdstuk zegt het niet. Behalve dan in vers 10: ‘Wie door de HEER bevrijd zijn keren terug.’ Zonder zijn bevrijdend handelen is er geen omkeer aan, geen bevrijding, blijft het dor en droog. Die wind, die vinden we in Ezechiël 37. Ook een dorre vlakte, een laagvlakte, een dal. Vol dorre doodsbeenderen. Geen leven meer te bekennen. Zal dat ooit veranderen? Die vraag stelt God aan Ezechiël, die het allemaal niet weet. Maar dan moet hij profeteren. Tegen de beenderen, dat er weer leven in hen zal komen, maar hij moet ook de wind roepen, en die blaast de levensadem weer in die doodse woestijn. Weer dat dubbele, niet alleen tot de wind, maar ook tot de botten. We redden het zelf niet en trekken ons niet uit de woestijn, maar het gaat ook niet buiten ons om.
Een frisse wind, symbool van de levendmakende Geest, die door ons dorre hart waait, om onze geest en onze gezindheid te vernieuwen. Dat we niet alles opofferen op het altaar van de economie, ons niet aanpassend aan deze wereld, maar dat we ons leven in dienst van God stellen. De Geest die ons doet ontdekken wat God wil van ons, welke vrucht Hij wil zien in ons leven: liefde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Dat zijn stromen van levend water die de frisse wind in de woestijn doet opwellen.
Wat ik u allen toewens voor 2012 is dat die frisse wind vrij spel krijgt in uw en mijn leven. Dat die de dorheid en doodsheid van ons geloof verandert in een vrolijke dans vanwege het nieuwe perspectief. Daarmee is de woestijn om ons heen, de crisis van de westerse wereld niet meteen voorbij. Maar dan geldt wel wat Psalm 84 zegt: ‘Trekken zij door een dal van dorheid, dan veranderen zij het in een oase.’ Niet de omstandigheden bepalen onze stemming, maar onze omgang met God, de frisse wind die ons leidt. Als we zo het nieuwe jaar in mogen gaan, persoonlijk, in ons gemeenteleven, dan wordt het verrassend beter dan we ons konden voorstellen. Nee, wij vertrouwen niet op het geld. We aanbidden niet de economie, ook niet in 2012. ‘Heer van de hemelse machten: gelukkig de mens die op u vertrouwt.’ Gelukkig nieuwjaar!
Richard C. Vervoorn