Auteur: André Pelgrim
Kleuren houtsnede, eigen druk, oplaag 12 ex.
Beeldmaat 39 x 50 cm. © André Pelgrim
In de “compositie met Labyrint en Nautilus”, verwijst de schelp, die in deze compositie een centrale rol speelt, direct naar dat labyrint. Het labyrint is een bijzondere, een intrigerende vorm; een lijnenspel, dat wellicht aan een doolhof doet denken. Dát is het zeker niet! Het is een symbool dat al in de oudheid in prehistorische rotsschilderingen voorkomt. Het is een ‘levensweg’, die verloopt van de fysieke werkelijkheid naar het immateriële, het geestelijke; een pad vanuit een buitenkant direct naar het midden. Goed beschouwd kan men er niet in verdwalen; je komt altijd in het midden uit. Het is beslist GEEN doolhof! Het bijzondere van het lijnenpatroon in deze compositie is, dat er een kruis ‘overheen gelegd’ is, waardoor de cirkels in vieren gedeeld worden. In de kathedraal van Chartres (Fr.) is op de vloer van het schip van de kerk dit labyrint met een middellijn van 12 meter te vinden. Om bij het hoofdaltaar te komen, moest men eerst het labyrint “doorlopen”. Die levensweg in Chartres voerde naar ‘de hemel’ of ‘Jeruzalem’, het centrum, het doel van de ‘reis’. Het prehistorische labyrint voerde direct naar de minotaurus, of de duivel, door de kruisvorm in het labyrint te brengen, veranderde de betekenis totaal; het werd nu de weg naar de hemel!
Nog iets bijzonders was de vormgeving. Er zijn elf concentrische cirkels, elf, onvolmaakt, (het getal van de ‘zonde’), het is niet tien (decimale stelsel), het is ook geen twaalf (apostelen). In dat cirkelpatroon “stuit” je gaandeweg op de kruisvorm, je moet er “omkeren”, een andere richting nemen. Deze symboliek gaf de christelijke bezoeker de gelegenheid zijn eigen pad door de zondige wereld te gaan en zich steeds opnieuw omkerend,(bekerend) te richten op het grote doel; “Jeruzalem”. Bij het zien van dat labyrint had men dus de eigen “levensweg” voor ogen.
Het blauwe ornament (van het labyrint) zouden we ook “onze wereld” kunnen noemen, zó is het in deze compositie ook bedoeld en centraal binnen deze figuur is een Christus-monogram geplaatst. Het zijn de I van “Iesous” en de X van “Christos”, die in uiterste abstractie samengevoegd zijn tot een soort stervorm, wellicht niet meer het bekendste monogram, maar wel het meest verbreide en oudste Christus-monogram (11e eeuw)!
Tenslotte zou je kunnen zeggen dat in deze compositie vroege levensvormen in beeld zijn gebracht (steen, fossiel en schelp, evolutie), maar ook een laatste tijdperk “eschaton” wordt er in genoemd. De blokletters staan voor “geschreven woorden” (de cultuur, en Het Woord!) en de cijfers doen denken aan getallensymboliek (van toepassing op het labyrint). Centraal in deze wereld (labyrint) staat het Christusmonogram, denk ook aan de middeleeuwse voorstelling van ‘Christus als wereldheerser (Pantokrator) dat is de kern van de compositie. Tenslotte geven de kleuren rood en oranje het geheel warmte, liefde, leven!
P.S.
Het is voor de tweede keer dat ik het labyrint van Chartres gebruik als inspiratiebron voor mijn werk. In 1995 heb ik een eindejaarsgrafiek gemaakt met datzelfde Christelijke symbool. Dat labyrint sprak mij zo aan, dat het altijd in mijn geheugen is blijven hangen. Die eindejaarsgrafiek van 1995 is op A5 formaat, als gemengde(+lino) techniek gedrukt en is één van mijn favorieten!
In gewijzigde vorm gepubliceerd in Opbouw 54/07 van 2 april 2010, blz.7.
Ik mis de prent; klopt dat?
Ja, het klopt. En niet alleen deze pagina. Ik mis ze allemaal! Ik ga er naar kijken.