Psalmen uit de Gouden Eeuw

Een muzikaal monument voor Jan Pieterszoon Sweelinck

Stel je eens voor dat we de schilderijen van Rembrandt (1607-1669) alleen zouden kennen uit
beschrijvingen in kunsthistorische boeken – met hoogstens een enkel schilderij in een slechte zwart-wit afbeelding. Terwijl zijn kunstwerken wel diep verborgen in de depots van onze musea zouden staan. Wat zou het ons dan zeggen dat Rembrandt een van onze grootste schilders wordt genoemd?

Maar dat is wel precies wat gebeurd is met de muziek van Sweelinck. Sweelinck leefde en werkte in hetzelfde dynamische Amsterdam als Rembrandt. Een stad groot geworden door de handel, veelal van gevluchte kooplieden uit Antwerpen. In zijn tijd kwam Amsterdam tot grote culturele bloei. De kooplieden hadden niet alleen maar interesse voor koopwaar en geld, maar genoten ook met volle teugen van het goede van het leven in deze rebellerende stad. De Nederlanden waren nog steeds in oorlog met de Spanjaarden, maar dat scheen de welstand van Amsterdam niet te deren. In die stad en voor die mensen schreef Sweelinck zijn werken. Maar zijn ‘schilderijen’, zijn vocale werken, kennen we veelal alleen als bladmuziek. Slechts zelden werden zijn vocale werken ‘tentoongesteld’, dus ook echt uitgevoerd.

Niet gemakkelijk

Harry van der Kamp, gefotografeerd door Richard C. VervoornIn gesprek met Harry van der Kamp, die het initiatief nam om alle vocale werken van Sweelinck op cd te zetten (zie kader) blijkt dat Sweelinck het zijn uitvoerders ook niet gemakkelijk heeft gemaakt.
Harry van der Kamp: ‘De stemmen zijn heel virtuoos en vragen van de zangers een groot bereik (van wel twee octaven). In een koor is dat niet iedereen gegeven. Je moet ook de stemmen hebben die dat kunnen, en dat is niet zo eenvoudig. Verder moet je in de meeste gevallen Sweelinck niet zo hoog uitvoeren als het er staat. Het aardige is ook dat als je de muziek in die lagere ligging zingt, de melodie op een hoogte komt, die voor iedereen haalbaar is – zeg maar op de hoogte van de ‘gemeentezang.’

Enkele stemmen

Het blijkt verder dat je de muziek van Sweelinck het beste dient, wanneer je de partijen enkelvoudig bezet. Van der Kamp: ‘Het Gesualdo Consort Amsterdam is uit leden van het Nederlands Kamerkoor ontstaan. Daar zongen we, zoals gebruikelijk in koren, de verschillende partijen in meervoudige bezetting – ook bij Sweelinck ging dat zo. Met het Gesualdo Consort doen we dat niet en werken we met solistische bezetting, omdat dat in heel veel gevallen de beste condities schept om het heel goed en duidelijk en helder neer te zetten. Ook al wordt het uitgevoerd door een professioneel koor met slechts twee zangers per stem, dan merk je bij acht- of zevenstemmigheid, ja zelfs bij zesstemmigheid dat het al heel gauw een dikke brij wordt. Het is dus moeilijke muziek, die je ook niet zomaar op je programma zet. Je wilt het tenslotte goed doen.’

Vanuit de tekst!

Verder is het bij de uitvoering van Sweelincks vocale muziek belangrijk dat je de tekst als uitgangspunt neemt. Dat verschijnsel begon min of meer in Sweelincks tijd (aanvankelijk vooral in de wereldlijke muziek). Vanaf 1580 werd de tekst steeds meer de basis voor de muziek. In de tijd daarvoor was de tekst er wel, maar de muziek had daar niet zoveel mee te maken. Je kon allerlei teksten op dezelfde muziek uitvoeren, dat maakte niet zoveel uit. Het was meer een atmosferisch gegeven: als je een Ave Maria zong, dan deed je dat anders dan een oordeelslied als het Dies Irae. Dat verandert bij Sweelinck. Van der Kamp: ‘Kijk, als je de tekst niet kent en niet weet wat die betekent, dan kun je dus eigenlijk die muziek niet zingen. Jan Boeke was degene, die heel veel aandacht gaf aan dat zingen vanuit de tekst.’
De muziek gedacht vanuit de tekst: Sweelincks psalmen ten voeten uit. Veel meer zelfs dan de originele Geneefse melodieën. Je kunt het niet vergelijken met andere meerstemmige zettingen van de psalmen. Goudimel (1514-1572) hoor je nog wel eens zingen door koortjes, ook in NGK. Bij Goudimel maakt het niet uit of je oude of nieuwe berijming zingt, Frans of Nederlands, strofe 1 of strofe 2. De bewerking staat los van de tekst. Bij Sweelinck is dat ondenkbaar.

De Franse berijming

Sweelinck heeft de Franse berijming van de psalmen gebruikt voor zijn zettingen. Onder de eerste zangers zaten waarschijnlijk hugenoten, maar bovendien was het Frans in opmars als taal van de bovenlaag van de bevolking. Er waren wel verschillende Nederlandse vertalingen van de Franse berijming, maar de meest gangbare, die van Datheen, was niet echt mooi, en ook andere berijmingen haalden het niet bij het Franse origineel. In de meeste gevallen heeft Sweelinck 1 of 2 strofen van een psalm bewerkt. Van 32 psalmen heeft hij de gehele psalmberijming gezet. ‘Het totaal aantal apart gecomponeerde psalmdelen komt zodoende op niet minder dan 288!’ schrijft Pieter Dirksen in het boekwerk bij deel 1 van de Psalmen.

Psalmen proeven

Iedere Sweelinck-psalm is als goede wijn. De ene psalm na de andere is vaak te veel van het goede, en het bijzondere, het karakteristieke valt dan niet meer op. Je oren hebben dan even een ‘afleiding’ nodig. In een enkel geval zijn er de variaties voor orgel of luit van Sweelinck toegevoegd als een onderbreking van de cd, maar met name het zingen van de eenstemmige melodie vóór de Sweelinck-psalm werkt ook als een ‘stukje brood’ tussen het proeven van Sweelinck door. Het Gesualdo Consort zingt de psalmmelodie, zoals hij genoteerd staat in het Franse psalmboek van 1562.

De melodieën

De melodieën zijn uit de tijd van onbegeleide gemeentezang. Toen er orgelbegeleiding kwam, of bij meerstemmigheid, slopen er allerlei verhogingen in de muziek die er niet staan. ‘Ficta’ heten die. De organist wil eindigen met een harmonische cadens in de muziek en bij meerstemmigheid wil je duidelijke afstanden. Van der Kamp: ‘Maar het staat er niet en wat doe je dan? In die melodieën vind je nooit een verhoogde toon. Nooit. Dat is mijn punt ook geweest, je moet van iedere melodie de specifieke modus van die specifieke psalmen proeven.
Maar het geeft puur muzikaal gezien aan iedereen inzicht in de compositie van Sweelinck, of je nu de melodie kent of niet. Als de melodie er ongewijzigd inzit dan is het geen probleem om ‘m te herkennen. Soms hebben we ‘m heel duidelijk gezongen, soms ook een beetje verstopt, zodat je een beetje moet zoeken, maar als je de melodie gevonden hebt is het des te mooier. Op het internet staat een karaoke psalm waar de melodie helemaal ontbreekt. Die mag je dan zelf meezingen. Dan hoor je hoe Sweelinck om jou heen beweegt. Dat is een heel bijzonder gevoel.’

Eindelijk

Met het uitkomen van de eerste drie cd’s Psalmen in een fraai boekwerk is de kop eraf. Daaree zijn er nu 6 van de totaal 17 cd’s verschenen. Eindelijk is het dan zover dat onze grootste componist een waardig monument krijgt. Muzikaal, maar ook wat de vormgeving betreft een schitterend document dat bij geen enkele liefhebber mag ontbreken.

Drs. Richard Vervoorn is predikant van de NGK Maastricht.
Gepubliceerd in Opbouw van 20 november 2009, jaargang 53, nummer 23

Het Sweelinck Monument bestaat naast 12 cd’s met alle psalmen ook uit 3 cd’s met wereldlijke werken en 2 cd’s met latijnse motetten, in totaal 6 boekwerken, geheel in het Nederlands. Je kunt elk deel los kopen, maar er zijn ook voordeelpakketten, bijvoorbeeld alleen de psalmen, verkrijgbaar. Op de website van de Stichting J.P. Sweelinck kunt u alles hierover lezen: www.jpsweelinck.nl