Auteur: Richard C. Vervoorn
Abschied von einem Freunde
Het verlies van Hans valt mij niet licht. Hans was mijn beste vriend. Of ik ook zijn beste vriend was heb ik nooit gevraagd – Hans had vele vrienden met wie hij wel iets speciaals had en dat was goed zo. In de loop van onze vriendschap heb ik heel wat vriendschappen zien ontstaan, waarvan er vele tot het eind toe hebben stand gehouden. Tel daarbij nog eens de vele contacten die hij had in de kerk, in ‘de orgelwereld’ en de contacten met musici die hij leerde kennen via zijn werk bij Broekmans & Van Poppel, vlak naast het Concertgebouw, contacten die vaak verder gingen dan alleen van verkoper en klant.
Niet lang nadat we als Gereformeerde Bondsgemeente in 1974 van de Oranjekerk naar de Noorderkerk verhuisden en ds. Vos zijn intrede deed, kwam Hans van de Poel in ‘de Noorder’ kerken. Al gauw bezocht hij ook de jonge-lidmatenkring en daar leerde ik hem kennen en groeide er langzaam een vriendschap. Het duurde nog wel even voordat hij lid werd van de Hervormde Gemeente. Zijn afscheid van de Gereformeerde Gemeente was niet makkelijk en ook na de genomen beslissing heeft hij nooit zijn nest bevuild. Zijn belangstelling voor de ontwikkelingen in de GG bleef en hij ging in Veenendaal net zo graag met zijn moeder ter kerke in de GG als thuis in de Noorder. Thuis in de Noorder! Ja, zo voelde hij dat. Als ik in de buurt preekte, hoe graag hij mij ook hoorde, hij zou niet zomaar een dienst in de Noorderkerk verzaken. En als je de gezondheid hebt, dan ga je. Twee keer op een zondag, zonder je af te vragen of je wel zin hebt. En als je lid bent van een gemeente, dan zet je je in. Voordat hij lid werd, draaide hij al mee in de zondagsschoolleiding, nadat hij uit de kerkenraad was vertrokken, bezocht hij nog gemeenteleden. Ook daarin was hij trouw.
In eerste instantie waren onze contacten in de groep van de jonge-lidmatenkring. Niet alleen op de kring bijeenkomsten zelf, we dronken in kleine groepjes koffie bij elkaar na de kerkdienst. We werden al gauw daarin een vast team, die gezamenlijk op pad gingen in de Simca van Hans. Een auto waar je als bijrijder nauwelijks je benen in kwijt kon. Maar al snel kwamen we bij elkaar. Hij bij ons in de Beethovenstraat. Ik bij hem in de Joost de Moorstraat nog bij zijn ouders, later in Gooioord, waar hij een prachtige woning had, maar voor zijn gevoel ver overal vandaan. Toen oom Jo en tante Dien Staal vertrokken naar Zeeland kwam de woning aan de Ceintuurbaan vrij. Dat zal in 1981 zijn geweest.
Mijn oma was in december 1980 overleden en we hebben toen samen in Rotterdam haar vrij nieuwe gaskachel gehaald die tot het laatst in zijn woning aan de Ceintuurbaan heeft gestaan.
In 1979 zijn Hans en ik samen nog eens opgepakt en ingesloten in het politiebureau. We mochten zelfs niet zonder begeleiding naar de WC. Uiteindelijk kregen we een bekeuring, die door de kerkenraad van de Noorderkerk is betaald. We kregen de bekeurig voor het illegaal opplakken van afiches voor orgelconcerten van Jan Jongepier en Jos van de Kooy in de Noorderkerk.
De belangrijkste verdieping van onze vriendschap kwam na onze culturele vakantiereis naar Spanje van drie en een halve week. Hans en ik hadden veel interesses die goed op elkaar aansloten. Ik noem er enkele.
Geloof en muziek
Voor ons beiden is het leven vanuit het geloof belangrijk. We hebben daar veel gesprekken over gehad en in de loop der tijden zat daar ook groei in.
Onze muzikale interesses kwamen ook goed overheen. Met Bach als vertrekpunt hadden we interesse voor de kerkmuziek, vocaal (kantaten, motetten, geestelijke concerten, etc.) en instrumentaal (orgel etc.) De Noord-duitse orgelschool, Sweelinck, de muziek van Schütz en Monteverdi, maar ook vroegere werken uit de Renaissance aan de ene kant.
Ook de orkestmuziek (Hans was in de tijd van Haitink een zeer trouw bezoeker van het Concertgebouworkest), zoals muziek van Mahler, Bruckner, Ravel en Debussy.
Naast Bach was Mozart zijn grote liefde en ook van de muziek van Schubert, kamermuziek, piano en liederen waardeerde hij hoog. Samen hebben we eens stil geluisterd naar de CD-opname van ‘Abschied von einem Freunde’, Schuberts Pianosonate D 960 gespeeld door Jos van Immerseel. Nu ligt deze CD voor mij. Ik kreeg hem uit zijn nalatenschap en ik draai hem nog regelmatig en denk aan Hans.
Hij heeft in de tijd dat het nog betaalbaar was regelmatig opera-uitvoeringen bezocht. Ik zeg dit uitvoerig omdat Hans als ‘orgelliefhebber’ te typeren zou hem ernstig te kort doen. Als het om muziek gaat, dan kwam het orgel niet eens op de eerste plaats, maar vond hij vocale barokmuziek veel belangrijker. Natuurlijk, vanwege zijn brede interesse kon hij met veel mensen op hun deel-interesse goed spreken.
Orgel
Maar goed, de orgelmuziek was wel belangrijk voor hem. Eerst geabonneerd op ‘Het Orgel’, later op ‘De Orgelvriend’. Hij ging veel naar orgelconcerten. Nadat het concertgebouw te duur werd en de opera eveneens ging hij voornamelijk naar orgelconcerten. Hij had ook goede contacten met zeer veel gerenommeerde organisten, waar hij vaak bij concerten of CD-opnamen registreerde. Met name bij Jan Jongepier heeft hij veel geregistreerd. De organisten met wie hij een bijzonder vriendschappelijke relatie onderhield waren Jos van der Kooy, Jan Jongepier en later kwam daar Sietze de Vries bij. Hij is zelfs bij het huwelijk van Sietze en Sonja geweest in Zuid Afrika, samen met Pieter Fluit. Met Jan Jongepier maakte hij vele orgelreizen, of in het gezelschap of samen met Jan, bijvoorbeeld naar Polen. Jan Jongepier leidde ook het Waterland kamerkoor, waar Hans als tenor zong.
Spanjereis
In 1983 maakten we samen een reis naar Spanje. Onzer beider interesse lag in architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst. Wat architectuur betreft waren we beiden onder de indruk van de Romaanse kerkbouw, maar daarvan zagen we niet zoveel. Vooral in Frankrijk op de heenreis (Poitiers) en op de terugreis (Saint Nectaire) maar ook in het eerste weekend in Covarrubias, het kerkje met het oudst bespeelbare orgel van Europa. Onze lange rondreis voerde ons langs Poiters (F), Victoria, Burgos, Covarrubias, Palencia, Valladolid, Ávila, Segovia, El Escorial, Toledo, Córdoba, Sevilla, Granada, Murcia, Barcelona, Saint Nectaire (F) en Reims (F).We hebben zoveel moois gezien dat we in Toledo zo verzadigd waren, dat we niets meer opnamen en onze ogen, voeten en hoofd eerst weer eens rust moesten geven. Elke dag genoten we van de schoonheid, het heerlijke eten en de rust. Ik kan daar nog aan toevoegen: de warmte, maar dat was voor Hans eerder een handicap op deze reis, en het heetst van de dag hielden we ook altijd een siesta. Als je zolang bijna 24 uur per dag samen optrekt, leer je elkaar beter kennen. Je ziet elkaars onhebbelijkheden en soms erger je je aan kleine dingen van elkaar. Onze vriendschap heeft het overleefd en we zijn daarna steeds opener tegenover elkaar komen staan. Onze gesprekken verdiepten zich steeds meer en we spraken van hart tot hart over alle dingen van het leven.
Thuis in ons gezin
Ondanks dat Hans vele vrienden had en ontzettend vaak weg was, miste hij als vrijgezel een stuk intimiteit. ‘Als ik thuis kom, is er niemand die zegt: “hoe was het op je werk, Hans?” Niemand die een arm om je heen slaat, iemand met wie je alles kan delen.’ Daar kon hij het behoorlijk zwaar mee hebben. Of hij nu bij familie of vrienden was, een stukje eenzaamheid nam hij met zich mee.
Acht weken in de zomer van 2005 was dat anders. Doordeweeks was ik de hele tijd bij Hans. Als hij thuis kwam uit zijn werk dan stond de maaltijd klaar. In de ca. dertig jaar dat Hans zelfstandig heeft gewoond, heeft hij nooit een maaltijd gekookt. ‘Het enige waarmee ik overweg kan, is een blikopener’, zei hij. Hij at dus vaak buiten de deur of bij vrienden of familie, of in een goedkoop restaurant. Of hij haalde kant en klaar-maaltijden. Hij had dus ook nauwelijks kookgerei en speciaal voor die acht weken is er een koekenpan en andere pan aangeschaft. Wij aten vaak vis, vers gehaald op de Albert Cuyp. Elke keer probeerde we weer een andere vissoort, de keus is groot op de Albert Cuyp. Met zijn Zeeuwse wortels was hij gek op vis. Hij hield sowieso van lekker eten en van een goed glas wijn. Hij vond het heerlijk om thuis te komen en dat dan alles klaar stond. Samen bijbellezen bij het ontbijt en het diner liet hij het liefst aan mij over. Zijn ogen waren toen al behoorlijk achteruit gegaan.
Hans was een echte vriend: je kon met hem lachen en huilen. We deelden vreugde en verdriet. We konden samen bidden.
Hans kwam ook graag bij ons. Nadat ik Friedeke heb leren kennen, heb ik Hans niet laten stikken. Hij kreeg er gewoon een vriendin bij, met wie hij ook goed overweg kon. Hij was ook getuige bij ons huwelijk. Hij vond dat niet raadzaam: ‘Alle stellen waar ik getuig, gaan uit elkaar.’ en toen we ook nog om een broodmes als huwelijkscadeau vroegen, zag hij al voor zich dat we elkaar daarmee te lijf zouden gaan. Nu, 26 jaar later kan hij gerust zijn. We zijn nog altijd bij elkaar en hebben absoluut niet de neiging elkaar naar het leven te staan: Wij houden van elkaar.
Ook de kinderen waren voor ‘oom Hans’ in tel en andersom uiteraard ook. En heus niet omdat oom Hans bij zijn bezoek altijd wel iets meenam voor onze dochters. Hans was altijd gul en maakte je soms verlegen met zijn cadeaus. Wij van onze kant probeerden het Hans zijn verblijf bij ons zo aangenaam mogelijk te maken. In Amsterdam en Almere was hij meestal een avond bij ons, maar in Steenwijk en Geleen kwam hij logeren. Ik probeerde mijn werk zo te plannen dat ik ook met hem op pad kon: stadswandelingen in Steenwijk, Heerenveen, Maastricht of Sittard om maar iets te noemen. Of gewoon wandelen in de natuur, in het bos bij Eesveen of in het Heuvelland. Het was een voortzetting van onze uitjes vanuit Amsterdam en Almere, naar Dordrecht, Arnhem of Deventer om maar wat te noemen. Mijn ‘vrijgezellendag’ bracht ik met Hans door in Antwerpen en met Zeeuwse mosselen. Op de terugweg vielen we in de trein in slaap en werden wakker op het rangeerterrein Ze moesten ons weer helemaal naar het perron in Amsterdam CS brengen.
Psalmen
Hij had veel interesse in mijn onderzoek naar de Psalmen. Psalmen in alle facetten, dat was ook een van onze gezamenlijke interesses. ‘Ik heb nog slechts één muzikale wens: alle 153 psalmen van Sweelinck op de CD’ ‘Heb jij al iets gehoord, wanneer ze nu eindelijk uitkomen.’ Ja, moest ik op een gegeven moment zeggen. Het wordt wel 2009/2010. Hij heeft het niet meer mee mogen maken. Ik was blij dat ik vanaf een radio-opname twee CD’s voor hem heb kunnen opnemen die hij met een walk-man in Veenendaal en in het ziekenhuis kon beluisteren. Hij genoot van de prachtige uitvoeringen van het Gesualdo Consort.
Portret
Al vrij spoedig na zijn overlijden besloot ik om een portret van hem te schilderen. Dat heb ik nu in 2011 eindelijk gedaan. Eerder kon ik dat niet. Ik denk dat er niet veel dagen voorbij zijn gegaan waarin ik niet aan Hans heb gedacht. Het was een bijzondere ervaring om het schilderij te maken.
Richard C. Vervoorn
Portretten: Hans van de Poel
De kerken van >Saint Nectaire en Covarrubias gefotografeerd tijdens onze Spanje-reis
Een prachtig, emotioneel afscheidswoord. In deze blog worden alle ingrediënten van vriendschap beschreven. Hoe heerlijk is vriendschap.
Als dochter ben ik blij dat mijn vader zo’n vriendschap heeft gekend.
En zo kom je ook nog eens nieuwe dingen te weten…:-D dat van het bezoekje aan de cel was nieuw voor mij (ouwe boef).
Ik kan me oom Hans ook herinneren als een lieve, zachtaardige man;
nu op de beste plek die er is.
Mooi om te lezen over een oom van je. Veel bekende dingen zie je er in terug.
Oom Hans, zo noemden wij hem. Hoe dat precies ontstaan is weet ik niet eens. Want zo lang als ik mij kan herinneren is het ‘oom’ Hans. Die twee woorden horen bij elkaar net zoals oom Hans en muziek bij elkaar horen. En zo was hij ook voor ons (Leonore en mij), een oom.
Elke keer als hij op bezoek kwam nam hij wel leuke cadeautjes voor ons mee. Het was altijd erg gezellig, echt een feestje, met lekker eten en drinken en uiteraard muziek.
Het was mooi om de band tussen mijn vader en oom Hans te zien. En ook welke rol mijn moeder daarin speelde. Ik kon daar echt van meegenieten, al helemaal als de verhalendoos over hun jongere jaren open ging en de ondeugende en grappige avonturen verteld werden.
Door de jaren heen zagen we hem steeds minder. De afstand werd door onze verhuizingen groter en het reizen daarmee lastiger voor oom Hans.
Maar bij elk huis is hij langs geweest. En elke keer was het weer ouderwets gezellig.
Daarom kan ook ik zeggen, ondanks dat we hem niet vaak zagen, ik mis hem.
Dag Richard,
Toen ik dit schilderij zag, dacht ik meteen: ‘dit is Hans vd Poel’. Toch even verder kijken op je site of dit echt zo is. En ja,dus! Precies zoals Hans kon kijken. Een mooie herinnering aan een man die echt zijn plaats in de Noorderkerk innam!
Inderdaad vele vrienden waar ik er ook een van was. Ik heb het met ontroering gelezen, dank je wel voor dit mooie portret van een goede lieve vriend, met wie ik ook zovele uren en dagen op stap ben geweest, naar orgels, musea, steden. Ik denk daar met veel genoegen en dankbaarheid aan terug. Hij introduceerde je bij anderen, wist overal de weg, en kon prachtig vertellen over allerlei culturele zaken. Zijn niet aflatende blijmoedigheid was een geschenk voor elke vriend, zeker als je besefte dat hij wel degelijk ook een eenzame ondertoon had en vaak bang was voor de muren die thuis op hem afvlogen, zoals hij zelf zei.
Maar zijn tranen zijn in een fles vergaard, zoals wij zongen in de rouwdienst. Wij zijn bevoorrechten hem gekend te hebben.