Advent I 2011
- Een stem breekt uit in de woestijn:
er zal een weg naar morgen zijn!
De doodse stilte wordt verstoord,
de toekomst gloort. - Ik spreek het woord dat vrede luidt,
geef aan Gods lente een geluid.
Straks bloeit dit levenloze zand
tot juichend land. - Dan komt de stad waar God regeert,
waar volk na volk de vrede leert.
Daar is de strijd voorgoed beslecht,
daar wint het recht.
Het lied van Sytze de Vries “Een stem breekt uit in de woestijn” met motieven uit de Jesajaprofetieën is onze leidraad in deze Advents/Kersttijd. Elke zondag kies ik een frase waarover ik preek.
Voor Advent 1 is dat “Een weg naar morgen”. Het bijbehorende bijbelgedeelte is Jesaja 40,1-11
Bij het aansteken van de adventskaars: Jesaja 52,6-7
In vers 2 van Jesaja 40 staat: ‘dubbele straf voor haar zonden’. Wat wordt hiermee bedoeld?
Degene die roept is, denk ik Johannes de Doper.
Wie spreken tegen elkaar in de verzen 6-8?
De vertaling van vers 4 in de Naardense Bijbel vind ik persoonlijk een mooiere:
elk dal moet worden opgetild,
elke berg en heuvel worden vernederd,
het bultige moet effen worden,
bergruggen tot een vallei;
In ‘opgetild’ ligt al zorg van God voor ons. Zoals een klein kind door een oudere wordt opgetild.
Jesaja 40:1-11 geeft troost en geeft de zorg van God voor ons aan.
God koestert ons en leidt zorgzaam ons leven.
Gehoorzamen aan hem en je door Hem willen laten leiden is wel een vereiste.
Zijn plannen falen niet wat er ook gebeurt.