De Heer zal je beschermen

Auteur: Simon Kadijk

In 2014 komt het Nederlands Bijbelgenootschap met een nieuwe vertaling: de Bijbel in Gewone Taal (BGT). Een paar teksten zijn al voorhanden, waaronder Psalm 121. Ook in deze vertaling komt de boodschap van dit pelgrimslied krachtig naar voren: de Heer zal je beschermen.

Wat meteen opvalt in de BGT-vertaling van Psalm 121 is het opschrift. Geen ‘lied Hamaäloth’, zoals de Statenvertaling had. Ook geen bedevaartslied of een pelgrimslied, zoals de meeste vertalingen hebben. Gewoon wat het is: een lied voor de reis naar Jeruzalem. Want daar gaat het om bij deze liederen. Liederen die gezongen werden bij de ‘opgang’ naar Jeruzalem. Zo zou je ‘lied Hamaäloth’ letterlijk kunnen vertalen: lied van de opgangen.

De BGT werkt veel met kopjes en tussenkopjes. Bij Psalm 121 valt op dat het kopje van de vertalers (De Heer zal je beschermen) volgt na het opschrift van de psalm zelf. Zowel in het opschrift als in de tekst zelf ligt het accent op het beschermen. In vroegere vertalingen ligt het accent veel meer op het bewaren en het bewaken. Sommige vertalingen hebben dat in vers 3 en 4 zelfs met een hoofdletter. Bijvoorbeeld de Herziene Statenvertaling: ‘Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen.’

Dan valt gelijk nog iets op. De typering van de HEER als bewaarder of wachter uit andere vertalingen komt op die manier niet terug. In de BGT wordt het alleen nog met werkwoorden weergegeven. Dat merk je al direct in het kopje dat men boven de psalm plaatst: ‘De Heer zal je beschermen’. Maar verder ook in de herhaling van de werkwoorden: ‘Hij beschermt je, Hij beschermt je’. Het is poëtisch niet minder krachtig, vind ik.

Beeldspraak

Een kenmerk van de BGT is dat men onduidelijke beeldspraak anders weergeeft. Wij kunnen ons niets voorstellen bij een maan die ’s nachts steekt, zoals veel vertalingen hebben. De Groot Nieuws Bijbel schrijft dat de maan je ’s nachts niet ziek maakt. Maar ook dat zegt de meeste mensen niets. En Het Boek schrijft: ‘Zon noch maan kunnen u kwaad doen.’ Al die weergaven leiden een Nederlandse lezer af, want hij kan zich er nauwelijks iets bij voorstellen. Daarom is de BGT mooi: ‘Er overkomt je geen kwaad, niet overdag en niet in de nacht.’
Ik moet er even aan wennen dat in de BGT de ‘uitgang’ en de ‘ingang’ uit vers 8 zijn verdwenen. De Willibrordvertaling had daar al je gaan en je komen van gemaakt en de NBV heeft dat overgenomen. Wij zeggen meestal ingang en uitgang. In het Hebreeuws staat het net andersom: uitgang en ingang. Dat geeft een mooi perspectief: je bent in feite thuis. Vandaar uit ga je en daar keer je terug.

In de BGT ligt het accent niet meer op de richting (gaan en komen), maar op het feit dat je op reis bent, overal, waar je ook gaat. Ook het perspectief van de tijd is persoonlijk geworden. Niet meer van nu aan tot in eeuwigheid, maar ‘je leven lang’. En dat komt op hetzelfde neer als het belijden van een eeuwig leven.

Veelomvattend

Het mooie van dit pelgrimslied, dit lied voor de reis naar Jeruzalem, vind ik de bemoediging. Je wordt aangesproken. Aangesproken door een medepelgrim. Hij is samen met jou op weg naar Jeruzalem en zegt tegen je: ‘Ik zie daar de bergen van Jeruzalem al. Dáár komt mijn hulp vandaan. Daar is de Heer en Hij helpt mij. Dat kan Hij ook, want Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. En Hij zal ook voor jóú zorgen. Hij beschermt je.’

Welke vertaling je ook neemt, dit aspect komt in elke vertaling tot uitdrukking. Zo word je bemoedigd met de woorden: ‘De Heer beschermt je, overal, waar je ook gaat, je leven lang.’ Dat is een veelomvattende bemoediging.

Psalm 121 (BGT-vertaling)

1 Een lied voor de reis naar Jeruzalem.

De Heer zal je beschermen

Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar komt mijn hulp vandaan.
2 Daar is de Heer, hij helpt mij.
Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.

3 De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet.
4 Hij slaapt nooit, hij let goed op.
Hij beschermt zijn volk Israël altijd.

5 De Heer beschermt je.
Hij gaat met je mee,
bij hem ben je veilig.
6 Er overkomt je geen kwaad, niet overdag en niet in de nacht.

7 De Heer zal je steeds beschermen, het kwaad zal je niet raken.
8 De Heer beschermt je,
overal, waar je ook gaat,
je leven lang.

Verschenen in Opbouw 57/01, 12 januari 2013, 28-29
Illustratie: Dyn hoeder, een schilderij van Henk Pietersma over Psalm 121