Auteur: Richard C. Vervoorn
De aula van de school werd deze zomer opgeknapt, zodat we een aantal weken uitweken naar het gymlokaal voor onze diensten. De laatste zondag dat we er kerkten merkte ik voor de dienst dat de zo muffe zweterige geur zo eigen aan gymlokalen na een aantal godsdienstoefeningen grotendeels was geminimaliseerd.
Het zou een spannende dienst worden met minstens drie nieuwe dingen, die we nog niet eerder hadden gedaan. Het meest spannende was wel de vorm waarin de Maaltijd van Heer gevierd zou worden. In opdracht van de kerkenraad heeft de werkgroep eredienst de gemeente laten kennismaken met drie andere vormen dan een tafelviering: Een viering door de rijen heen, een kringviering en nu was dan het “lopend” avondmaal aan de beurt. Daar zat veel voorbereidingswerk in van de diakenen en enkele leden van de werkgroep eredienst. De organisatie van deze vorm leek best ingewikkeld.
Eerlijk gezegd had ik er ook mijn twijfels over of dit een goede vorm was. Was het niet te rommelig? Deed het recht aan een goede beleving van de Maaltijd van de Heer? Toen voor de dienst nog een lieve zuster van de gemeente haar zorg over deze vorm, maar ook verdriet verwoordde, raakte me dat diep. Waar zijn we aan begonnen? Maar ik was er ook van overtuigd dat je pas iets moet zeggen, als je het hebt geprobeerd. Zelfs al ga je met lage verwachting die uitdaging aan.
De preek ging over Psalm 34,9: ‘Proef en geniet de goedheid van de Heer….’ Uiteraard is dat heel wat breder dan alleen de viering van de Maaltijd van de Heer, maar zo ging het wel….
Daar stond ik dan met een schaal met stukjes brood. Eén voor één kwamen de zussen en broers in de Heer het brood ophalen. Eén voor één keek ik ze recht in de ogen. Het was een indrukwekkend gebeuren. Ieder mocht ik persoonlijk uitnodigen en bemoedigen dat het stukje brood echt voor hem of haar was. Nooit was het me zo opgevallen hoeveel mensen verschillen in lengte. En automatisch gingen mijn armen naar boven en naar beneden om voor ieder de meest comfortabele hoogte van de schaal met brood te verzorgen. De beweging plantte zich voort naar mijn hart en ik proefde Gods goedheid voor grote en kleine mensen. Ik zag de bedachtzame oude broeder, de enthousiaste jonge dochter, een ander aarzelend, weer een ander gretig en ik genoot van de verscheidenheid van mensen in onze gemeente en voelde me intens verbonden.
Ik had zelf nog geen brood en nog geen wijn, maar had al wel gecommuniceerd. Waar ik zo weinig verwachting van heb gehad bleek voor mij een zeer diepe ervaring te zijn. De gymzaal was vervuld met de geur van Christus.
mooi stukje! zo wordt hier in de meeste kerken in Mendoza het avondmaal gevierd. Óf we gaan naar voren en zoeken het brood en de wijn, of de diakenen brengen het naar de banken. Het zitten in een kring heb ik eigenlijk alleen in Nederland meegemaakt.
Heel mooi!