Ziekenzalving
In onze gemeente bestaat de mogelijkheid van ziekenzalving. Het initiatief gaat uit van de zieke of zijn familie. Die vraagt de ziekenzalving aan. Er is geen aansporing tot ziekenzalving vanaf kerkenraadszijde, maar de de ambtsdragers kunnen wel de mogelijkheid van ziekenzalving onder de aandacht brengen.
Rond de praktijk van ziekenzalving heeft de kerkenraad op 17 januari 2005 de volgende besluiten genomen :
- Ziekenzalving kan aangevraagd worden door een zieke bij ernstige lichamelijke of psychische klachten.
- Ziekenzalving geschiedt door predikant of ouderling en, indien mogelijk, bij voorkeur in de aanwezigheid van nog minstens een ouderling.
- Indien de ziekte het toelaat gebeurt de zalving zoveel mogelijk in een samenkomst van de gemeente, in de kerk, het verzorgingshuis of in een daarvoor bestemde ruimte in het ziekenhuis. Deze vieringen, zowel in ziekenhuis als in kerk, hebben plaats in een atmosfeer van geloof, rust en christelijke blijdschap. Ziekenzalving wordt onmiddellijk verbonden met het gedragen worden door de bredere geloofsgemeenschap.
- Ook als het niet kan te midden van de gemeentesamenkomst wordt de gemeente zoveel mogelijk ingelicht en gevraagd om voor de zieke te bidden. Het is een gemeenschapsgebaar: de zalving wil ook zeggen: ‘Je hoort erbij’, zie bij 3.
- De dienst van woord, gebed en zalving geschiedt zo, dat zoveel mogelijk recht gedaan wordt aan de aanwijzingen in Jakobus 5,13-18.
- Bij langdurige ziekte kan iemand vaker gezalfd worden. Het is geen sacrament, maar als je toch vergelijkt, dan hoort het in geloofsversterkende betekenis eerder bij het steeds terugkerend avondmaal dan bij de eenmalige doop. In uitvoering en begeleidende woorden lijkt het juist weer meer op de doop.
- Aan zieken die het bewustzijn verloren hebben, mag men de zalving toedienen als men oordeelt dat de zieke zelf of zijn naaste omgeving erom zou gevraagd hebben indien hij bij bewustzijn zou geweest zijn en wanneer dit past bij zijn levenshouding.
NGK Steenwijk, 17 januari 2005